De straatslaper

Hij lag daar aan de rand van het Rengerspark te slapen tussen de bosjes. Hij had alleen wat zilverpapier om zich heen, want dat is goed om warm te blijven, zei hij,. Ik trof hem want ik reed daar langs met mijn scootmobiel. En ik schrok: lag daar zomaar iemand aan de kant van de weg? Hij herkende mij en zei dat hij dit reeds enige maanden doet. “Want ik heb geen plaats meer, meneer…

Ik meende dat ik hem direct moest helpen, maar hoe doe je dat in een scootmobiel? Ik had zo’n stille hoop dat er iemand langs kwam. En, o wonder, dat gebeurde ook. Een automobilist had het gezien want hij stopte op een parkeerplaats even verderop. Hij zei tegen mij en tegen hem: “Kom maar met mij mee, ik weet wel een plaats voor je.” Hij is meegegaan en later hoorde ik dat hij naar een opvanghuis in de buurt was gebracht. Wat een geluk zeg, dat er iemand was die het ook zag en iets voor hem kon betekenen.

Kunnen wij dat ook? Ik bedoel: opletten met wat er om je heen gebeurd, Want er valt veel meer te beleven dan we denken. Want wist u wel dat er meer dan 100 personen elke nacht zo overnachten in Leeuwarden?  Wij met onze godshuizen hebben daar vaak veel meer zorgen over dan over die straatslapers in de natuur. Daarom , o kerkmensen, ogen en oren open want er valt veel meer te beleven met hen die onze hulp vragen dan we denken.

Age Ploegstra

Maria, onze eeuwige Moeder

Ik vind het zo jammer dat Maria te weinig aandacht krijgt in onze kerken. U mag het rustig weten hoor, ik zie in Maria een voorbeeld voor ons. Dat God besloot om uiteindelijk zijn liefste Kind te geven voor onze eeuwige redding, koos hij eerst daarvoor Maria uit, nog maar een meisje. Onbevangen, nog nooit in aanraking geweest met een man. Ze had wel een geliefde, Jozef, maar hun liefde was een zuivere liefde. Die Maria werd door God uitverkoren om het liefste ter wereld te brengen voor ons. Dominee Wim Poot zegt het zo treffend in een meditatie als hij zegt: ‘God verkoos de baarmoeder van Maria om Zijn komst in de wereld mogelijk te maken’ En Jozef, de verloofde van Maria? Toen hij ontdekte dat zij in blijde verwachting was, besloot hij bij haar weg te gaan. Maar hij is door een droom van God geroepen om dat niet te doen want wat bij Maria groeide was tot heil voor het vroegere geslacht en het toekomende geslacht. Hij bleef daarom aan Haar zijde. Vindt u dat niet iets wonderbaarlijks? Dat de almachtige God het liefste geeft wat Hij had, Zijn Zoon. Hij is gekomen uit het hemels paradijs als een klein kind via een maagdelijke geboorte. Vandaar mijn denkwijze: Maria, wat ben je in je eenvoud groot geweest voor dat Kind maar ook voor ons. Daarom, dierbare kerk, gun Maria en ook Jozef die plaats die ze verdienen want zoals wij ons als protestantse kerk nu van afmaken moeten we ons toch wel een beetje schamen. Er is een boekje van een bekende dominee de Vries. Ik heb het hier voor me liggen: ‘Maria, een weg naar Christus’ Daarom: het is niet eens zo gek om z’n tijd in de protestantse kerk ook te bidden en te danken voor Maria en Jozef. Zij zijn het geweest die via God voor ons zijn tot eeuwige redding.

Age Ploegstra

Mijn en onze Bonifatiuskerk

Ik schrok verschrikkelijk toen ik las: de Bonifatiuskerk gaat dicht! Weer een godshuis tot het verleden? Bijzonder blij was ik na een paar dagen te kunnen lezen dat deze kerk tot 2026 open blijft. Gelukkig! Dat deze toren in de stad voorlopig blijft bestaan voor Leeuwarden. Want wees eerlijk: je stad leer je toch kennen vanwege de torens? Als deze gaan verdwijnen waar blijft Leeuwarden dan?

Deze toren en deze kerk roept ons jarenlang oproept om te komen tot Gods huis. Van harte hoop ik dat we het geluid van de klokken nog heel lang kunnen horen. Nu weet ik wel: er zijn ook nog andere klokken van kerken die ’s zondags ons oproepen. Maar toch: de Bonifatiuskerk is een kerk die hoort bij Leeuwarden.

Want wat een herinneringen heb ik aan deze kerk. Ik denk aan de kerkuitvoeringen met ons koor. Ik denk aan de kerstzangdiensten en de paasdiensten waarin dikwijls mocht declameren over het wonder van Kerst en van Pasen. Ik denk aan de gedenkdiensten bij de bevrijding van Leeuwarden. Stampensvol zat toen die kerk, het was een vertoeven temidden van een schare die uit Leeuwarden en wijde omgeving kwam.

Vandaar mijn oproep aan deze kerk: blijf luiden en roepen om naar Gods huis te gaan. Laten kleine klokken en grote klokken samen meedoen om Gods lofzang vol te houden.

Age Ploegstra

Het was maar een jongen

Hij ging op aanraden van zijn moeder naar Jezus. Velen volgden die Godsdienstleraar, zo werd Hij toen ook wel genoemd in die tijd. Het is de laatste preek van ds. Piet Riemersma in de Pelikaankerk. Dat ging over die wonderbaarlijke spijziging van een paar duizend mensen die allemaal gekomen waren om Jezus te horen. Maar eten was er niet.
En toen was er die jongen, die had van zijn moeder een paar broden en een paar visjes meegekregen. Want ja, je moet toch hebben voor onderweg. En dat was nu weer het wonderlijke en bijzondere in de preken van ds. Riemersma. Wij zouden denken: die broden en die vissen staan centraal maar niks daarvan. In zijn preek kwam het op die jongen neer. Want het thema was: En zie, er was een jongen. God gebruikt dus die jongen met die paar broden en die paar visjes om zijn Almacht en Zijn heerlijkheid te tonen.
Wat een groot wonder zeg, dat je, zonder dat je het zelf weet, dienstbaar mag zijn aan Gods heerlijkheid. Want dat was het resultaat: er was voldoende voedsel , er bleef zelf nog over! Dankzij die jongen die ongemerkt heeft meegewerkt.
Ik hoop zo dat ook wij zonder dat we het zelf in de gaten hebben mogen meewerken aan Gods wonderbaarlijke heerlijkheid!

Age Ploegstra

Duizend

Duizend zorgen, duizend noden, kwellen mijn angstvallig hart.’ We hebben het vaak gezongen. En we dachten er echt niet aan om op een briefje te turven of we die duizend zorgen al bereikt hadden. Nee, het begrip duizend ging hier natuurlijk om heel veel… Zoveel dat je er vaak niet uitkwam.
Als je het getal duizend leest in de Bijbel begrijp je best dat dit niet een wiskundig getal is maar de taal van het hart. Bijvoorbeeld in Deuteronomium 7, waar staat dat God Zijn verbond houdt tot in duizend geslachten. Dat ga je toch niet narekenen met geslachten en jaartallen. Zo van: nu nog drie geslachten en dan is het gedaan met Gods trouw. Nee, de boodschap is dat Gods trouw oneindig groot is. Lees dat ook in Psalm 105, het achtste vers: ‘De Here gedenkt voor eeuwig aan Zijn verbond, het woord dat Hij gebood aan duizend geslachten.
Er staan nogal eens hele grote getallen in de Bijbel. Enorme getallen die je moet laten staan, die doelbewust zijn opgeschreven. Al lezend kom je dan ook bij het gebonden zijn van de satan gedurende duizend jaar, beschreven in Openbaring 9. Moet je dat letterlijk nemen of kun je het ook zo lezen dat die duizend jaar een hele lange periode zal zijn, bijna onafzienbaar? Hoe dan ook, wat in onze ogen groot, onafzienbaar lijkt, is in Gods ogen wel heel anders. Zijn voor Hem duizend jaren niet als één dag? God telt anders. Houd daar rekening mee, ook al heb je duizend zorgen, duizend noden.

Atie van Vliet

Vrij zijn, wat is dat?

Vrij zijn in jezelf houdt in dat je niet gehinderd wordt om te doen en te zeggen wat je wilt. Veel mensen hebben een groot verantwoordelijkheidsgevoel en dat kan je behoorlijk beperken, ook de angst om niet te zijn ‘hoe het hoort’ is iets wat je kan beperken in je doen en laten. Meestal zijn we heel vrij in wat we denken, maar niet in wat we doen. We hebben allerlei plannetjes, maar het uitvoeren daarvan wordt door je gedachten en overtuigingen geblokkeerd. De vrijheid van gedachten is een gegeven en we mogen ook veel doen, maar blijkbaar houden we onszelf tegen om te doen wat we willen. Over het algemeen is angst om iets te verliezen de oorzaak waarom we het lastig vinden om te doen wat we willen. 

Maar echte vrijheid is vrij zijn om te zijn wie je bent. Vrijheid betekent dat je mag denken, zeggen en doen wat je zelf wilt. Vrijheid mag worden beperkt, maar alleen als dat echt nodig is voor de veiligheid van anderen. Zo kom ik nu tot de kern waarom ik dit stukje geschreven heb: voor de oudere generatie breekt de tijd aan van veel meer eenzaamheid, want iedereen gaat weg. Waarom? De vakantie; en voor velen hele goede periode om vrij te zijn en om tot rust te komen

Wil je echt tot rust komen, dan heb je minimaal acht (!) dagen nodig om bij te komen en niet met je werk bezig te zijn. Na de achtste dag kun je alles pas loslaten en de stress van je afschudden. Maar om overdag voor een langere periode niets te doen, daar word je toch weer doodmoe van. Dus niet heel lang op vakantie gaan of weken achtereen aan het strand liggen. Want ook, juist in je vakantie kun je je geest weer opladen met heel veel nieuwe indrukken. En wat is er mooier dan daarvan te vertellen als je weer thuis bent? Die prachtige, door God geschapen wereld. Wat mogen we daar in vrijheid van genieten. En wat kun je als je weer terug bent die vakantiebelevenissen opnieuw beleven bij alle verhalen die je erover mag delen met je familie en vrienden. Geniet van vrij zijn in de vakantieperiode.

A. van Vliet

We gaan ervoor!

Daar waren ze weer, al die herhalingen op de televisie omdat het zomerseizoen niet geschikt lijkt te zijn om naar tv te kijken. Wat was ik blij met al die sporters die ons deze zomer zulke mooie nieuwe beelden lieten zien. Niks voorspelbaar, allemaal nieuw. Dan kan ik van vrijwel elke sport genieten. En dan komt het nieuwe seizoen in beeld. Dan wordt alles weer fris opgepoetst en van nieuwe kleren voorzien. Dan ontstaat er een nieuw elan om de zaken aan te pakken. En wij als gemeente gaan daaraan meewerken. Ook wij gaan in het startweekend weer opnieuw en met veel enthousiasme aan het nieuwe seizoen beginnen. Heel vaak hoor ik in gesprekken, ook met gasten in onze kerk, dat wij zichtbaar en voelbaar een warme gemeente vormen. Dat gaan we NIET vernieuwen. Dat ervaar ik als de grootste kracht van onze gemeente. Maar wel moeten we goed nadenken over de taakinvullingen. Een voorbeeld: de leden van de kerkenraad zitten eigenlijk allemaal aan hun taks wat betreft de tijdsduur van hun functies. Kerkordelijk heeft dat implicaties. Maar we zijn ons zeer bewust dat de leeftijdsopbouw van onze gemeenteleden een belemmering vormt om taken als ouderling, diaken en kostersdiensten aan te nemen. In de kerkenraad wordt dit besproken. En op het moment zie ik nog niet duidelijk hoe dit moet worden aangepakt. Maar iedereen in onze gemeente, die wil meewerken aan onze gemeente vragen we om daar waar het kan hun volle kracht te geven. Want die warme gemeente blijft ons uitgangspunt. En we laten dus niemand in de kou staan, al diegenen die nu al hun handen uit de mouwen steken en hun hoofd in dienst van die gemeente willen stellen. Voelt u het nieuwe elan? Zet u zich waar het kan ervoor in om gemeente te zijn en te blijven.

Atie van Vliet

Over muren en bruggen

‘Mensen bouwen te veel muren en te weinig bruggen’, zei iemand eens.  Mijn vraag aan u is: bent u een bruggenbouwer of verschuilt u zich liever achter de muren?  Ja, ik bedoel het over geloven, onderweg in dit leven. Dankzij Jezus is er een brug gekomen voor ons allemaal. Via die brug is er een veilige overkant voor ons. Maar kijk uit: wat kom je op die geloofsbrug een muren tegen die wij zelf daar hebben geplaatst! Omdat wij maar menen dat bepaalde personen op deze brug niet welkom zijn: ze horen er niet bij Moeten wij dan beoordelen met wie we op deze brug zijn? Dikwijls zijn dan onze muren hindernissen voor hen die op die brug onderweg zijn. En heel veel mensen raken op die geloofsbrug de weg en richting kwijt omdat ze te veel muren tegenkomen op die brug. Wat jammer nou dat die muren de hindernissen zijn om de weg op de brug kwijt te raken. Heeft dan de ook kerk in het verleden (en misschien nu nog) te veel muren opgemetseld op deze geloofsbrug? En zijn daarom velen het zicht op die veilige overkant van die brug kwijtgeraakt? Daarom zing met mij onderweg op die brug, blij en vrijuit:

‘Want de deuren van Mijn rijk staan voor allen open. Laten daarom groot en klein ze allen bij Mij binnenlopen!”

Age Ploegstra

Dé Waarheid

Veel weten is veel begrijpen.
Maar wat weten we nu helemaal? Tegenwoordig schijnt zowat iedereen de waarheid in pacht te hebben. Luid verkondigd om maar zoveel mogelijk mensen achter je te krijgen om eigen waarheid als dé waarheid uit te dragen. Maar hebben we eigenlijk een keuze als we waarheid willen kiezen? Als goed voorgeleefde christenen denken we het antwoord wel te weten. Jezus Christus is de Weg, dé Waarheid en het Leven. Maar stellen we die wetenschap alleen op onze ontvangen kennis en het van huis uit geleerde? Tegenwoordig moet toch alles bewezen worden? Hoewel, is geloven nou niet precies onbewezen geloof?

Laat ik mijn overtuiging dan maar eens naar voren brengen.
Geloven in de Waarheid van onze Here, dát durf ik een bewezen geloof te noemen. In mijn vaste overtuiging dat de Bijbel, de Schrift werkelijk een door God en vanuit zijn Geest ontvangen Woord is, mogen we daaruit de bewezenverklaring van De Waarheid ondervinden. Want hoe kan het anders dat Koning en profeet David duizend jaar voor Christus al van zijn kruisdood en opstanding kon schrijven? Hoe kan het anders dat de profetieën uit het Oude Testament in de loop van de afgelopen eeuwen al tot waarheid zijn geworden? In Jezus’ tijd op aarde waren er zichtbare tekenen van wonderen die ook al door de profeten waren voorspeld. Jezus zei niet zomaar wat, Hij deed geen wonderen om de mensen Zijn kunsten te laten zien, nee, Hij volbracht tot in Zijn kruisdood én Zijn opstanding precies datgene wat de profeten van Hem hadden geprofeteerd. Niet een soort weersvoorspelling (dat is altijd een ‘verwachting’) maar de waarheid zoals die in Christus Jezus aan de mensen werd en wordt geopenbaard.
Is de keuze dan moeilijk om waarachtig die waarheid te kiezen die ons is voorgehouden in zijn Woord en Daad? Nee, want dit is de zuivere Waarheid!

Opstaan

De grootste glorie in een mensenleven is niet wanneer je valt maar elke keer dat je weer opstaat. Nelson Mandela zei dit eens en hij heeft groot gelijk, want wat vallen wij vaak. En soms denk ik wel eens: blijf maar liggen en wacht zomaar op het einde.
Ik mag ook denken aan de Here Jezus die op de eerste dag opstond uit het graf. Een lied zegt het al: Heerlijk bent U opgestaan, de eeuwige dood kon het van Hem niet winnen. De deuren van de dood gingen open en als de Grote Overwinnaar trad Jezus naar buiten. Vandaar dat op die eerste dag van de week de gemeente samenkomt.
Dus dat opstaan van Jezus : had dat men ons te maken? Jazeker! Want wij hadden het zo verknald in ons leven, er was voor ons geen redden meer aan. Verslagen lagen we er bij , uitgeteld. Toen zond God zijn allerliefste Zoon, Zijn eigen vlees en bloed en die overwon, zodat het voor ons weer mogelijk werd om op te staan.
En nu kunnen we dood weer in de ogen kijken. Maar wees eerlijk: de dood in de ogen kijken doet je schrikken van jezelf. Ik schrik daar tenminste wel van. Maar het is goed om te weten: Jezus is het die dat voor ons overwon! Hij overwon voor ons dat gedeelte waar wij voor dood lagen. Zijn overwinning staat daar garant voor. Dus gemeente: het is wat een lied zegt: Want geen dood noch graf rukt mij ooit van Jezus af! Halleluja!
Age Ploegstra

Zoekend naar het ‘weten’

Iedere dag opnieuw is daar de vraag wat de zin en de waarheid in ons leven is. Wat doen we of waarom doen we iets niet? Wat is ons doel, wat de zin van ons leven? We leerden in de lessen over de catechismus al de vraag te stellen: “Waarom (of waartoe) zijn wij op aard?” En daar stond dan het antwoord direct achter. Maar een antwoord is bij onze grote vragen vaak niet te vinden; dat is helemaal verborgen. Ik las dit in de volgende woorden: ‘het ligt verhuld in Uw geheim dat eind is en begin’. En ik werd gelijk in de tekst getrokken van dit stuk proza. Het sprak over de mens, op zoek naar wijsheid. Een eindeloze zoektocht. Niemand die kon antwoorden, want niemand had ooit iets ervan gezien of erover gehoord. Als men al iets vermoedde kwamen er slechts enkele aarzelende woorden. En ook hier werd geprobeerd een antwoord te formuleren. Maar dat antwoord werd een biddende vraag. Want al ons zoeken naar wijsheid, of we dat met verstand of uit het hart doen laat God uitkomen op de erkenning dat wij als maaksel van Zijn hand deze wereld moeten doorléven, ons erin moeten onderdompelen en dit leven moeten ondergaan. En dan komt er het vragen, het bidden: Here, als wij het spoor bijster zijn, geef ons denken dan moed. Leer ons luisteren naar uw Geest, die zelfs doven laat horen. Goede God, eer aan U, aan de Zoon en aan de Geest; het geheim van oorsprong en begin en dat in het eind ons wacht.

De tien woorden

De volgende woorden heeft ds. P. Dijkstra u in maart 2020 meegegeven.

Toen men mij vroeg om een soort van overdenking te schrijven voor de website van de Pelikaankerk kwam spontaan in mij op : “De Tien woorden”. Waarom weet ik ook niet.  In het verleden bezorgden ze mij een soort trauma. Je mag dit niet en je mag dat niet.  Je was bijna altijd in overtreding.  Er werd je een groot schuldgevoel aangepraat.  Ik heb zelfs een voorganger horen zeggen: : “Je zult branden in de hel en tongkauwen in het vuur”.

Gelukkig heb ik mij daaraan ontworsteld. Probeer de “Blijde Boodschap” te brengen.  Nu worden we getroffen door het Coronavirus en hoe te handelen? 

Wat voegen de “Tien woorden” daar nog aan toe?

Allereerst moet ik zeggen dat de “Tien woorden”  staan in het teken van de bevrijding.  Ik ben God en heb jullie uit Egypte bevrijd/gered.   

De tien woorden bevatten allerlei regels voor ons samenleven en roepen ons op te luisteren naar God en elkaar. Daar mogen we ons aan houden en vasthouden. Nu worden we geconfronteerd met het coronavirus. Ook daarvan willen we bevrijd worden. Ook daar gelden er allerlei regels en voorschriften.  Handen wassen, afstand houden, geen handen geven etc. Richtlijnen, zoals U wilt. Dat zijn de tien woorden ook.   Ik roep ze nog maar even in herinnering. Ik ben God en heb jullie uit Egypte bevrijd. Je mag niet tot een andere God bidden. Je mag nooit een beeld maken en dat aanbidden. Je mag mijn naam niet zomaar gebruiken. Denk aan de sabbat, het is en heilige dag, een rustdag. Heb respect voor je vader en moeder. Je mag niemand doden. Wees trouw en houd van elkaar. Je mag niet stelen. Lieg niet over anderen of tegen anderen. Wees niet jaloers op wat een ander heeft. Houden we ons niet aan deze regels dan moeten we de consequenties ook aanvaarden. Vroeger was het standaard in de kerkdienst. Nu hoor je ze amper meer verzuchten veel kerkgangers. De samenvatting van deze woorden vinden we in Mt. 22 : 36 t/m 40 . Heb de Heer uw God lief en uw naaste als uzelf.  Dat laatste mogen we in deze tijd absoluut niet vergeten.

Zorgen voor elkaar. Er zijn voor elkaar. Het lijkt er soms niet op. Hamsteren etc. Ieder voor zichzelf. Het eerste mogen we ook niet vergeten.  God liefhebben. Vertrouwen op God. (Zie de overweging van Nelleke Berntsen.)

Bij mij kwam ook de verheerlijking op de berg naar boven. Jezus in gesprek met Mozes en Elia. Daar lezen we:” Zij zagen niemand dan Jezus alleen”. (Mt. 17 : 8”).  Een kwetsbare mensengestalte. Maar Jezus gelaat straalde toen de stem klonk. Een menselijk gelaat.

Het menselijk gelaat, dat is de eerste waarheid., de eerste taal, zei de joodse denker Emmanuel Levinas. Wij geloven in het geheim dat er één mens op deze aarde was in wie het gelaat van de Eeuwige zichtbaar is geworden. Zijn leven is bekend, zijn woorden zijn bewaard, dit woord:” Wat ge der minsten der mijnen hebt gedaan, dat hebt ge Mij gedaan” .  Wij zullen de mensen opnieuw moeten gaan tellen, er is er geen een teveel. Wij zullen heel goed op elkaar moeten passen. Structuren die mensen afbreken, moeten verdwijnen, en de krachten die mensen afbreken, moeten verdwijnen, en de krachten die mensen bedreigen, zullen getemd moeten worden. Misschien moeten we de berg op om dat nog eens goed te overdenken.  Dan zullen we teruggekeerd in de vlakte van het leven van alledag, aan onze wereld een menselijk gelaat kunnen geven.  Maar laten we ons dan wel aan de regels houden!

Moge de Heer u zegenen en u beschermen

Moge de Heer het licht van Zijn gelaat over u doen schijnen en u genadig zijn. Moge de Heer u zijn gelaat toewenden en u vrede geven. Mt. 6 : 24 t/m 26)

ds. Pieter Dijkstra